FCI-Standard N° 205 Nederlands
FEDERATION CYNOLOGIQUE INTERNATIONALE (AISBL)
SECRETARIAT GENERAL: 13, Place Albert 1er B – 6530 Thuin (Belgique)
27.01.2011 / NL
FCI - Standard Nr. 205
CHOW-CHOW
Land van oorsprong: China.
Land van patronage: Groot-Brittanië.
Datum van publikatie van de geldige officiele standaard: 13-10-2010.
Gebruik: Waak- en gezelschapshond.
FCI-Classificatie: | Groep 5 Spitsen en Oertypen. |
Sectie 5 Aziatische Spitshonden en aanverwante typen. | |
Zonder werkproef. |
KORTE HISTORISCHE SAMENVATTING:
De herkomst van de Chow is toegeschreven aan China waar hij als waakhond werd gehouden, en ook voor jagen werd gebruikt. De Chow is in China meer dan 2.000 jaar bekend en ook gerelateerd aan Spits honden van het Scandinavische type met iets van en mastiff. Door China's 'gesloten' deur 'beleid' naar de rest van de wereld begonnen Chows pas in andere landen rond 1800 te verschijnen. Ooit in de late achttiende eeuw maakte hij zijn weg naar Engeland en was niet echt opgemerkt in Groot-Brittannië tot de jaren 1920, waar hij met een aantal te zien was op Crufts in 1925.
ALGEMEEN VOORKOMEN:
Actief, compact, met korte lendenen en in alle onderdelen volkomen
harmonieus, leeuwachtig voorkomen, trots met waardige houding. Vast stabiel lichaam. Staart goed over de rug gedragen. Moet altijd vrij kunnen bewegen en niet zoveel vacht hebben dat activiteit wordt belemmerd of ongemak wordt veroorzaakt bij heet weer. Een blauw-zwarte tong is karakteristiek.
BELANGRIJKE VERHOUDINGEN:
De afstand van de schoft tot de elleboog is gelijk aan de afstand van de elleboog tot de grond.
GEDRAG EN KARAKTER:
Rustig, goede waakhond. Onafhankelijk, trouw, maar afstandelijk.
HOOFD:
Schedel gedeelte:
Schedel: | Vlak en breed.. |
Stop: |
Niet uitgesproken. |
AANGEZICHT:
Neus: | Groot en breed en in alle gevallen zwart, behalve in crème en bijna witte Chow Chows bij wie een lichter gekleurde neus acceptabel is, en een bijpassend gekleurde in de blauwe en fawns. Maar zwart heeft in alle gevallen de voorkeur |
Snuit: | Matig van lengte, breed vanaf de ogen tot het einde (niet spits toelopend als bij de vos). Goed opgevuld onder de ogen. |
Lippen: | Ideaal is een volledig zwarte mond inclusief verhemelte en lippen, met een blauw-zwarte tong. Maar bij blauwe en fawn Chow Chows mag wat minder gepigmenteerd tandvlees te zien zijn en bij crème en witte Chows mag deze verdunning nog meer uitgesproken zijn. |
Kaken/gebit: | Tanden sterk en op een lijn, kaken sterk met een perfect, regelmatig en compleet schaargebit, dat wil zeggen dat de boventanden net over de ondertanden sluiten en recht in de kaak staan. |
Ogen: | Donker, ovaal, middelmatig van formaat, en schoon. Een oog in een harmoniërende kleur is toegestaan bij de blauwe en de fawn Chow Chows. Een schoon oog, vrij van entropion, mag nooit alleen vanwege het formaat worden achtergesteld. |
Oren: | Klein, dik, aan de bovenkant iets afgerond, stijf gedragen en wijd uiteen, maar wel schuin boven het oog staand en iets naar elkaar toewijzend, resulterend in de fronsende uitdrukking die zo kenmerkend is voor het ras. De frons (scowl) mag nooit bereikt worden door losse gerimpelde hoofdhuid. |
HALS:
Sterk, vol, niet kort, goed op de schouders geplaatst en licht gebogen. Van
voldoende lengte om het hoofd trots boven de toplijn te dragen.
LICHAAM:
Rug: | Kort, recht en sterk. |
Lendenen: | Krachtig. |
Borst: | Breed en diep, goed gewelfde ribben, maar niet tonvormig. |
Staart : | Hoog aangezet en goed over de rug gedragen. |
LEDEMATEN
VOORHAND
Schouder: | Gespierd en schuin aflopend. |
Ellenbogen: | Gelijke afstand tussen schoft en de grond. |
Onderarm: | Volkomen recht, met goed bot. |
Voorpoten: |
Klein, rond, katachtig, goed op de tenen staand. |
ACHTERHAND:
Algemene verschijning:: | In profiel staat de voet direct onder het heupgewricht |
Bovenbeen: | Goed ontwikkeld. |
Knie: | Slechts licht gebogen |
Onderbeen: | goed ontwikkeld. |
Middenvoet: |
Hakken laag aangezet. Vanaf de hakken naar beneden recht lijkend, nooit naar voren buigend.. |
Achtervoeten: | Klein, rond, katachtig, goed op de tenen staand. |
GANG / BEWEGING:
Gang met relatief korte passen, achtervoeten worden niet hoog opgetild, scheren als het ware over de grond, in profiel lijkt de beweging op die van een klepel (van de klok). Dit typische gangwerk met korte pas laat het de hond toe zich vrij, nooit log, te bewegen, met een uitstekend uithoudingsvermogen.Voor- en achterbenen bewegen parallel ten opzichte van elkaar en recht vooruit. Honden moeten altijd in staat zijn onbelemmerd en soepel te bewegen, zonder vertoon van enig teken van ongemak.
VACHT
Vachtlengte: | Lang- oder kortharig. | |
> | Langhaar: | Overvloedig en rijkbehaard, dicht, recht en uitstaand maar nooit buitensporig lang. Bovenvacht grof van structuur, met een zachte, wollige ondervacht. Speciaal dicht om de hals in de vorm van manen of kraag, en aan de achterkant van de dijbenen een rijke bevedering of broek |
> | Korthaar: | Vacht kort, vol, dicht, recht, overeind staand, niet vlakliggend, structuur als van pluche. |
Kleur: | Eenkleurig zwart, rood, blauw, fawn, crème of wit. Vaak geschakeerd maar niet gevlekt of bont (einde van de staart en de achterkant van de dijbenen vaak lichter van kleur). |
GROOTTE:
Schofthoogte | ||
Reuen: | 48 bis 56 cm (19-22 inches) | |
Teven: | 46 bis 51 cm (18-20 inches) |
FOUTEN:
Elke afwijking van het voorgaande moet als fout worden beschouwd. De mate waarin de fout moet worden aangerekend moet in overeenstemming zijn met de ernst ervan en de gevolgen ervan voor gezondheid en welzijn van de hond.
DISKWALIFICERENDE FOUTEN:
- Agressief of te terughoudend.
- Een hond die duidelijk lichamelijke of gedragsafwijkingen vertoont moet worden gediskwalificeerd.
NB:
- Reuen moeten twee duidelijk waarneembare normale testikels hebben die volledig in het scrotum moeten zijn afgedaald.
- Alleen functioneel en klinisch gezonde honden, met ras typische kenmerken moeten worden gebruikt voor fokken.